18 ’Jehovah, langzaam tot toorn+ en overvloedig in liefderijke goedheid,*+ die dwaling en overtreding vergeeft,+ maar hij zal geenszins vrijstelling van straf geven,+ daar hij straf voor de dwaling van vaders brengt over zonen, over het derde geslacht en over het vierde geslacht.’+ 

9 Gij moogt u voor die niet buigen, noch u ertoe laten brengen ze te dienen,*+ want ik, Jehovah, uw God, ben een God die exclusieve toewijding eist,*+ die straf voor de dwaling van vaders brengt over zonen* en* over het derde geslacht en over het vierde geslacht,* wanneer het hen betreft die mij haten,+ 

10 daarom, zie, breng ik rampspoed over het huis van Jero̱beam, en ik zal stellig van Jero̱beam afsnijden al wie tegen een muur watert,*+ een hulpeloze en waardeloze in I̱sraël;*+ en ik zal inderdaad een flinke opruiming achter het huis van Jero̱beam houden,+ net zoals men de drek opruimt totdat er niets meer van over is.+ 

6 Ziet! Het staat voor mijn aangezicht geschreven.+ Ik zal mij niet stilhouden,+ maar ik wil een vergelding geven;+ ja, ik wil de vergelding in hun eigen boezem geven,*+