10 En GIJ moet het vijftigste jaar heiligen* en vrijheid* uitroepen in het land voor al zijn bewoners.+ Het zal een jubeljaar*+ voor U worden, en een ieder van U moet tot zijn bezitting terugkeren en een ieder van U dient naar zijn familie terug te keren.+
12 Ingeval uw broeder, een Hebreeër of een Hebreeuwse, aan u wordt verkocht,+ en hij u zes jaar heeft gediend, dan dient gij hem in het zevende jaar als vrijgelatene van u heen te zenden.+