39 En GIJ, o huis van I̱sraël, dit heeft de Soevereine Heer Jehovah gezegd: ’Ieder van U ga zijn eigen drekgoden dienen.+ En daarna, indien GIJ niet naar mij luistert, dan zult GIJ mijn heilige naam niet meer ontheiligen door UW geschenken en door UW drekgoden.’+