26 Maar zij werden ongehoorzaam+ en weerspannig tegen u+ en bleven uw wet achter hun rug werpen,+ en uw eigen profeten, die tegen hen getuigden om hen tot u terug te brengen,+ doodden zij;+ en zij bleven daden van grote minachting bedrijven.+
30 Maar gij waart vele jaren toegevend jegens hen+ en bleeft tegen hen getuigen+ door uw geest, door bemiddeling van uw profeten, en zij gaven geen gehoor.+ Ten slotte hebt gij hen in de hand van de volken der landen gegeven.+
24 Doch zij luisterden niet, noch neigden zij hun oor,+ maar zij gingen wandelen in de raadslagen [en] in de verstoktheid van hun slechte hart,+ zodat zij zich achterwaarts begaven en niet voorwaarts,+