Jeremia 45:1 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 45 Het woord dat de profeet Jeremi̱a sprak tot Ba̱ruch,+ de zoon van Neri̱a, toen hij deze woorden uit de mond van Jeremi̱a in een boek opschreef+ in het vierde jaar van Jo̱jakim,+ de zoon van Josi̱a, de koning van Ju̱da, toen hij zei:
45 Het woord dat de profeet Jeremi̱a sprak tot Ba̱ruch,+ de zoon van Neri̱a, toen hij deze woorden uit de mond van Jeremi̱a in een boek opschreef+ in het vierde jaar van Jo̱jakim,+ de zoon van Josi̱a, de koning van Ju̱da, toen hij zei: