9 Alle mannen van Ju̱da en Be̱njamin kwamen dus binnen drie dagen te Jeru̱zalem bijeen, dat wil zeggen in de negende+ maand, op de twintigste [dag] van de maand, en al het volk bleef zitten op de open plaats van het huis van de [ware] God, huiverend vanwege de zaak en wegens de regenbuien.+