13 Het gebeurde dan toen hij in de Benjaminpoort+ was, dat de beambte die het toezicht hield, wiens naam Jiri̱a was, de zoon van Sele̱mja, de zoon van Hana̱nja, daar was. Terstond greep hij de profeet Jeremi̱a en zei: „Naar de Chaldeeën loopt gij over!”