6 VLUCHT uit het midden van Ba̱bylon,+ en laat een ieder zijn eigen ziel ontkoming verschaffen.+ Wordt niet levenloos gemaakt* ten gevolge van haar dwaling.+ Want het is de tijd van wraak die Jehovah toebehoort.+ Haar verdiende loon betaalt hij haar.+
11 „Polijst de pijlen.+ Vult de ronde schilden. Jehovah heeft de geest van de koningen der Meden opgewekt,+ want tegen Ba̱bylon is zijn denkbeeld,+ om haar te verderven. Want het is de wraak van Jehovah, de wraak voor zijn tempel.+