14 En het moet geschieden dat zij zich als een opgejaagde gazelle en als een kudde zonder iemand die ze bijeenbrengt,+ zullen wenden, ieder naar zijn eigen volk; en zij zullen vluchten, ieder naar zijn eigen land.+
16 Snijdt van Ba̱bylon de zaaier af,+ en degene die de sikkel hanteert in de oogsttijd. Wegens het gewelddadige zwaard zal ieder van hen zich naar zijn eigen volk keren, en ieder van hen naar zijn eigen land vluchten.+