Zacharia 4:7 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 7 Wie zijt gij, o grote berg?+ Voor het aangezicht van Zerubba̱bel+ [zult gij tot] een vlak land [worden]. En hij zal stellig de hoofdsteen+ te voorschijn brengen. Juichkreten+ zullen ervoor opgaan: „Hoe bekoorlijk! Hoe bekoorlijk!”’”+
7 Wie zijt gij, o grote berg?+ Voor het aangezicht van Zerubba̱bel+ [zult gij tot] een vlak land [worden]. En hij zal stellig de hoofdsteen+ te voorschijn brengen. Juichkreten+ zullen ervoor opgaan: „Hoe bekoorlijk! Hoe bekoorlijk!”’”+