3 Hoe groot zijn zijn tekenen, en hoe machtig zijn zijn wonderen!+ Zijn koninkrijk is een koninkrijk tot onbepaalde tijd,+ en zijn heerschappij duurt van geslacht tot geslacht.+
12 Zijt gij niet van oudsher, o Jehovah?+ O mijn God,* mijn Heilige, gij sterft niet.*+ O Jehovah, tot een oordeel hebt gij haar gesteld; en, o Rots,+ tot een terechtwijzing+ hebt gij haar gegrondvest.