26 En haar ingangen zullen moeten treuren+ en droefheid tot uitdrukking moeten brengen, en ze zal stellig worden uitgeschud. Ter aarde zal ze neerzitten.”+
14 „Waarom zitten wij stil? Verzamelt U, en laten wij de versterkte steden binnengaan+ en daar zwijgen. Want Jehovah, onze God,* heeft ons zelf tot zwijgen gebracht*+ en hij geeft ons gifwater te drinken,+ omdat wij tegen Jehovah hebben gezondigd.