-
Ezechiël 8:17Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
-
-
17 Vervolgens zei hij tot mij: „Hebt gij [dit] gezien, o mensenzoon? Is het zo iets gerings voor het huis van Ju̱da de verfoeilijkheden te bedrijven die zij hier hebben bedreven, dat zij het land* moeten vullen met geweld+ en dat zij mij opnieuw dienen te krenken, en zie, zij steken de rank* uit naar mijn neus?*
-
-
Daniël 9:7Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
-
-
7 Aan u, o Jehovah,* behoort de rechtvaardigheid, maar aan ons de schaamte van aangezicht, zoals op deze dag,+ aan de mannen* van Ju̱da en aan de inwoners van Jeru̱zalem en aan allen van I̱sraël, degenen die dichtbij zijn en degenen die ver weg zijn in alle landen waarheen gij hen verdreven hebt wegens hun ontrouw waarmee zij tegen u gehandeld hebben.+
-