9 En de rest van het volk dat in de stad was overgebleven, en de overlopers die naar hem waren overgelopen, en de rest van het volk dat was overgebleven, voerde Nebuza̱radan,+ de overste van de lijfwacht,+ in ballingschap naar Ba̱bylon.+
30 In het drieëntwintigste jaar van Nebukadre̱zar voerde Nebuza̱radan, de overste van de lijfwacht, joden in ballingschap: zevenhonderd vijfenveertig zielen.+
Al de zielen waren vierduizend zeshonderd [in getal].*