14 En hij voerde heel Jeru̱zalem in ballingschap+ en alle vorsten+ en alle dappere, sterke+ mannen — tienduizend voerde hij er in ballingschap — en ook iedere handwerksman+ en bouwer van bolwerken. Niemand was achtergelaten behalve de geringe klasse+ van het volk van het land.
6 die in ballingschap uit Jeru̱zalem weggevoerd was+ met het gedeporteerde volk* dat in ballingschap was weggevoerd met Jecho̱nja,*+ de koning van Ju̱da, die door Nebukadne̱zar,+ de koning van Ba̱bylon,* in ballingschap was weggevoerd.