Deuteronomium 32:19 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 19 Toen Jehovah* het zag, minachtte hij hen ten slotte,+Wegens de ergernis die zijn zonen en zijn dochters veroorzaakten. Psalm 78:59 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 59 God hoorde+ het en werd verbolgen,+En daarom versmaadde hij I̱sraël zeer.+ Psalm 106:40 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 40 Toen ontbrandde de toorn van Jehovah tegen zijn volk,+En hij ging zijn erfdeel verfoeien.+ Jeremia 6:8 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 8 Laat u corrigeren,+ o Jeru̱zalem, opdat mijn ziel zich niet vol afkeer van u afwendt;+ opdat ik u niet maak tot een verlaten woestenij, een onbewoond land.”+ Jeremia 12:8 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 8 Mijn erfdeel is mij geworden als een leeuw in het woud. Zij heeft haar stem zelfs tegen mij verheven. Daarom heb ik haar gehaat.+
19 Toen Jehovah* het zag, minachtte hij hen ten slotte,+Wegens de ergernis die zijn zonen en zijn dochters veroorzaakten.
8 Laat u corrigeren,+ o Jeru̱zalem, opdat mijn ziel zich niet vol afkeer van u afwendt;+ opdat ik u niet maak tot een verlaten woestenij, een onbewoond land.”+
8 Mijn erfdeel is mij geworden als een leeuw in het woud. Zij heeft haar stem zelfs tegen mij verheven. Daarom heb ik haar gehaat.+