Ezechiël 20:7 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 7 En vervolgens zei ik tot hen: ’Werpt weg, een ieder van U, de walgelijkheden van zijn ogen,+ en verontreinigt U niet met de drekgoden van Egy̱pte.+ Ik ben Jehovah, UW God.’+
7 En vervolgens zei ik tot hen: ’Werpt weg, een ieder van U, de walgelijkheden van zijn ogen,+ en verontreinigt U niet met de drekgoden van Egy̱pte.+ Ik ben Jehovah, UW God.’+