Watchtower ONLINE LIBRARY

Deuteronomium 28:37

Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
- 37 En gij moet een voorwerp van ontzetting,+ een spreekwoord+ en een spotrede worden onder alle volken waar Jehovah u zal heenvoeren.

1 Koningen 9:7

Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
- 7 dan zal ik I̱sraël stellig afsnijden van de oppervlakte van de aardbodem die ik hun gegeven heb;+ en het huis dat ik voor mijn naam geheiligd heb, zal ik van voor mijn aangezicht wegwerpen,*+ en I̱sraël zal inderdaad tot een spreekwoord+ en een spotrede worden onder alle volken.

Klaagliederen 2:15

Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
- 15 Over u hebben allen die langs de weg voorbijgingen, in de handen geklapt.+
  Zij hebben gefloten+ en bleven hun hoofd schudden+ over de dochter van Jeru̱zalem, [zeggend:]
  „Is dit de stad waarvan men placht te zeggen: ’Het is de volmaakte schoonheid, een uitbundige vreugde voor de gehele aarde’?”+

Ezechiël 22:5

Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
- 5 De [landen] dichtbij en die ver weg van u zullen u beschimpen, o gij onreine van naam, rijk aan verwarring.+