16 ’Omdat Jehovah niet in staat was dit volk in het land te brengen dat hij hun onder ede beloofd had, heeft hij hen toen maar in de wildernis afgeslacht.’+
9 En de Kanaänieten en alle bewoners van het land zullen het horen, en zij zullen ons stellig omsingelen en onze naam van de aarde afsnijden;+ en wat zult gij voor uw grote naam doen?”+