Leviticus 26:11 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 11 En ik zal stellig mijn tabernakel in UW midden plaatsen,+ en mijn ziel zal geen afschuw van U hebben.+ 2 Korinthiërs 6:16 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 16 En welke overeenkomst heeft Gods tempel* met afgoden?+ Want wij zijn een tempel+ van een levende God, zoals God heeft gezegd: „Ik zal onder hen verblijven+ en onder [hen] wandelen, en ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.”+
11 En ik zal stellig mijn tabernakel in UW midden plaatsen,+ en mijn ziel zal geen afschuw van U hebben.+
16 En welke overeenkomst heeft Gods tempel* met afgoden?+ Want wij zijn een tempel+ van een levende God, zoals God heeft gezegd: „Ik zal onder hen verblijven+ en onder [hen] wandelen, en ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.”+