2 „Dit heeft Jehovah gezegd: ’Ga in het voorhof van het huis van Jehovah staan,+ en gij moet betreffende al de steden van Ju̱da, die komen om zich neer te buigen in het huis van Jehovah, al de woorden spreken die ik u gebieden zal tot hen te spreken.+ Doe er geen woord af.+