4 Wee de zondige natie,+ het volk zwaarbeladen met dwaling, een zaad van boosdoeners,+ verderfelijke zonen!+ Zij hebben Jehovah verlaten,+ zij hebben de Heilige I̱sraëls met minachting bejegend,+ zij hebben zich achterwaarts gekeerd.+
5 „Want uw Grote Maker*+ is uw echtgenoot-eigenaar,*+ Jehovah der legerscharen is zijn naam;+ en de Heilige I̱sraëls is uw Terugkoper.+ De God van de gehele aarde* zal hij worden genoemd.+
2 Voert een rechtsgeding met UW moeder;+ voert een rechtsgeding, want zij is niet mijn vrouw*+ en ik ben niet haar echtgenoot.*+ En zij dient haar hoererij van voor haar aangezicht weg te doen en haar daden van overspel van tussen haar borsten,+