6 Want een kind is ons geboren,+ een zoon is ons gegeven;+ en de vorstelijke heerschappij* zal op zijn schouder komen.+ En zijn naam zal worden genoemd: Wonderbaar Raadgever,*+ Sterke God,*+ Eeuwige Vader,*+ Vredevorst.*+
22 Alle dingen zijn door mijn Vader aan mij overgegeven,+ en niemand weet wie de Zoon is, dan de Vader;+ en niemand [weet] wie de Vader is, dan de Zoon,+ en hij aan wie de Zoon hem wil openbaren.”
21 Wie overwint,+ hem zal ik geven met mij plaats te nemen op mijn troon,+ evenals ik heb overwonnen en met mijn Vader plaats heb genomen+ op zijn troon.+