16 Wat de aanblik van de wielen+ en hun bouw betreft, die was als de gloed van chrysoliet;+ en die vier hadden één gelijkenis. En hun aanblik en hun bouw waren net alsof er zich een wiel midden in* een wiel bevond.+
20 het vijfde sardonyx, het zesde sardius, het zevende chrysoliet,+ het achtste beril, het negende topaas,+ het tiende chrysopraas, het elfde hyacint, het twaalfde amethist.+