17 Hij kwam daarom tot waar ik stond, maar toen hij kwam, werd ik zo door schrik bevangen dat ik op mijn aangezicht viel. Vervolgens zei hij tot mij: „Versta,+ o mensenzoon,*+ dat* het visioen voor de tijd van [het] einde is.”+
14 En ik ben gekomen om u te doen onderscheiden wat uw volk+ in het laatst der dagen zal overkomen,+ want het is een visioen+ nog voor de [toekomende] dagen.”+