2 Want Jehovah koestert verontwaardiging tegen alle natiën+ en woede tegen heel hun heerleger.+ Hij moet hen aan de vernietiging prijsgeven; hij moet hen ter slachting overgeven.+
2„Blaast een hoorn* in Si̱on,+ en heft een strijdkreet aan+ op mijn heilige berg.+ Laten alle bewoners van het land* in beroering komen;+ want de dag van Jehovah komt,+ want hij is nabij!
14 De grote dag+ van Jehovah* is nabij.+ Hij is nabij en haast zich zeer.+ Het geluid van de dag van Jehovah is bitter.+ Aldaar laat een sterke man* een kreet horen.+