10 „Bakstenen zijn er gevallen, maar met gehouwen stenen+ zullen wij bouwen. Sycomoorbomen+ zijn er omgehakt, maar ceders zullen wij ervoor in de plaats stellen.”
13 En hun vermogen moet tot plundering worden en hun huizen tot een verlaten woestenij.+ En zij zullen huizen bouwen, maar zij zullen [ze] niet bewonen;+ en zij zullen wijngaarden planten, maar zij zullen de wijn ervan niet drinken.+