6 „Want dit heeft de Soevereine Heer Jehovah gezegd: ’Omdat gij* in de handen hebt geklapt+ en gij met de voeten hebt gestampt en gij u met alle verachting van uw zijde in [uw] ziel bleeft verheugen over I̱sraëls bodem,+
10 En zij die op de aarde wonen, verheugen+ zich over hen en zijn vrolijk,* en zij zullen elkaar geschenken zenden,+ want deze twee profeten hebben hen die op de aarde wonen, gepijnigd.