3 Jehovah, uw God, ook uw gevangenen* moet terugvoeren+ en u barmhartigheid moet betonen+ en u weer moet bijeenbrengen uit alle volken waarheen Jehovah, uw God, u heeft verstrooid.+ 

9 Aan Jehovah,* onze God,* behoren de barmhartigheden+ en de daden van vergeving,+ want wij zijn weerspannig tegen hem geweest.+ 

19 En ik wil u voor onbepaalde tijd aan mij verloven,+ en ik wil u aan mij verloven in rechtvaardigheid en in gerechtigheid en in liefderijke goedheid* en in barmhartigheden.+ 

4 Maar God, die rijk is aan barmhartigheid,+ heeft ons wegens zijn grote liefde waarmee hij ons heeft liefgehad,+