Genesis 38:29 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 29 Ten slotte bleek dat zodra hij zijn hand terugtrok, zie, daar kwam zijn broer te voorschijn, zodat zij uitriep: „Wat bedoelt gij daarmee, dat gij voor uzelf een doorbraak* hebt veroorzaakt?” Daarom gaf men hem de naam Pe̱rez.*+ 1 Kronieken 2:4 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 4 En het was Ta̱mar,+ zijn schoondochter, die hem Pe̱rez+ en Ze̱ra baarde. Alle zonen van Ju̱da waren vijf [in getal].
29 Ten slotte bleek dat zodra hij zijn hand terugtrok, zie, daar kwam zijn broer te voorschijn, zodat zij uitriep: „Wat bedoelt gij daarmee, dat gij voor uzelf een doorbraak* hebt veroorzaakt?” Daarom gaf men hem de naam Pe̱rez.*+
4 En het was Ta̱mar,+ zijn schoondochter, die hem Pe̱rez+ en Ze̱ra baarde. Alle zonen van Ju̱da waren vijf [in getal].