18 Een profeet zal ik voor hen verwekken uit het midden van hun broeders, gelijk gij;+ en ik zal inderdaad mijn woorden in zijn mond leggen,+ en hij zal stellig tot hen spreken alles wat ik hem gebieden zal.+ 

16 Toen werden allen door vrees+ aangegrepen, en zij gingen God verheerlijken en zeiden: „Een groot profeet+ is onder ons verwekt”, en: „God heeft zijn aandacht op zijn volk gericht.”+ 

2 Deze kwam in de nacht+ bij hem en zei tot hem: „Rabbi,+ wij weten dat gij van God zijt gekomen+ als leraar,+ want niemand kan die tekenen+ verrichten welke gij verricht, indien God niet met hem is.”+ 

14 Toen de mensen derhalve de tekenen zagen die hij verrichtte, zeiden zij voorts: „Dit is stellig de profeet+ die in de wereld zou komen.” 

22 Mannen van I̱sraël, hoort deze woorden: Jezus de Nazarener,+ een man die door God in het openbaar aan U is getoond door middel van krachtige werken+ en wonderen en tekenen, welke God door bemiddeling van hem in UW midden heeft gedaan,+ zoals GIJ zelf weet,