14 Was uw hart rein van louter slechtheid, o Jeru̱zalem, opdat gij gered moogt worden.+ Hoe lang zullen uw verkeerde gedachten in uw binnenste verwijlen?+
15 Alle dingen zijn rein voor de reinen.+ Doch voor hen die verontreinigd+ en ongelovig+ zijn, is niets rein, maar zowel hun geest als hun geweten+ is verontreinigd.