13 Ik bleef aanschouwen in de nachtvisioenen, en ziedaar! met de wolken+ des hemels bleek iemand gelijk een mensenzoon*+ te komen; en tot de Oude van Dagen+ verkreeg hij toegang, en men bracht hem dicht bij, ja vóór Deze.+
64 Jezus zei+ tot hem: „Gijzelf hebt [het] gezegd.+ Maar ik zeg ulieden: Van nu af+ zult GIJ de Zoon des mensen+ zien zitten aan de rechterhand+ der kracht en [hem] zien komen* op de wolken des hemels.”+