16 GIJ hebt mij niet uitgekozen, maar ik heb U uitgekozen, en ik heb U gesteld opdat GIJ zoudt heengaan en vrucht zoudt blijven dragen+ en dat UW vrucht zou blijven, opdat wat GIJ de Vader ook vraagt in mijn naam, hij het U zou geven.+
23 En op die dag+ zult GIJ mij geen enkele vraag stellen. Voorwaar, voorwaar, ik zeg U: Indien GIJ de Vader om iets vraagt,+ zal hij het U in mijn naam geven.+