24 Wat U betreft, dat wat GIJ van [het] begin af hebt gehoord, moet in U blijven.+ Indien dat wat GIJ van [het] begin af hebt gehoord, in U blijft, zult GIJ ook in eendracht+ met de Zoon en in eendracht met de Vader blijven.+
20 Zie! Ik sta aan de deur+ en klop. Als iemand mijn stem hoort en de deur opendoet,+ zal ik in zijn [huis] komen en de avondmaaltijd met hem nuttigen en hij met mij.