31 De profeten zelf profeteren werkelijk op grond van de leugen;+ en wat de priesters betreft, zij gaan met al hun macht* onderwerpen.+ En mijn eigen volk heeft [het] graag zo gehad;+ en wat zult gijlieden bij de afloop ervan doen?”+
2 „Mensenzoon, te midden van een weerspannig huis,+ dáár woont gij, die ogen hebben om te zien maar in werkelijkheid niet zien,+ die oren hebben om te horen maar in werkelijkheid niet horen,+ want zij zijn een weerspannig huis.+
8 zoals er staat geschreven: „God* heeft hun een geest van diepe slaap gegeven,+ ogen om niet te zien en oren om niet te horen, tot op de dag van vandaag.”+