38 Maar Jezus zei tot hen: „GIJ weet niet wat GIJ vraagt. Kunt GIJ de beker drinken die ik drink, of gedoopt worden met de doop* waarmee ik word gedoopt?”+
29 Wat zullen anders zij doen die worden gedoopt met het doel doden [te zijn]?*+ Indien de doden in het geheel niet worden opgewekt,+ waarom worden zij ook gedoopt+ met het doel zodanigen [te zijn]?