27 Maar, om hun geen aanleiding tot struikelen te geven:+ ga naar de zee, werp een vishaak uit en grijp de eerste vis die bovenkomt, en wanneer gij zijn bek opendoet, zult gij een statergeldstuk* vinden. Neem dat en geef het hun voor mij en u.”+
6 Maar al wie een van deze kleinen die geloof in mij stellen, tot struikelen brengt, het is nuttiger voor hem dat men hem een molensteen+ zoals door een ezel wordt rondgedraaid, om de hals hangt en hem in de wijde, open zee doet zinken.+