4 Wie zijt gij, dat gij de huisknecht van een ander oordeelt?+ Hij staat of valt voor zijn eigen meester.+ Hij zal trouwens staande worden gehouden, want Jehovah* kan hem staande houden.+
13 om UW hart standvastig te maken, onberispelijk+ in heiligheid voor het aangezicht van onze God en Vader bij de tegenwoordigheid*+ van onze Heer Jezus met al zijn heiligen.+