5 Want dit weet en erkent GIJ, dat geen hoereerder+ of onreine of hebzuchtige+ — hetgeen wil zeggen een afgodendienaar [te zijn] — enig erfdeel heeft in het koninkrijk van de Christus en van God.*+
15 Buiten zijn de honden+ en zij die spiritisme beoefenen*+ en de hoereerders+ en de moordenaars en de afgodendienaars en een ieder die op de leugen gesteld is en ze beoefent.’+