16 ’Omdat Jehovah niet in staat was dit volk in het land te brengen dat hij hun onder ede beloofd had, heeft hij hen toen maar in de wildernis afgeslacht.’+
15 En ikzelf hief ook mijn hand [in een eed] tot hen op in de wildernis,+ hen niet te brengen in het land dat ik had gegeven, vloeiend van melk en honing+ (het is het sieraad van al de landen),+
5 Ik wens U eraan te herinneren, ofschoon GIJ alle dingen eens voor altijd weet,+ dat Jehovah,* alhoewel hij een volk uit het land Egy̱pte heeft gered,+ naderhand hen die geen geloof toonden, heeft omgebracht.+