10 „Spreek tot de zonen van I̱sraël, en gij moet tot hen zeggen: ’Wanneer GIJ ten slotte in het land komt dat ik U geef, en GIJ de oogst ervan hebt binnengehaald, dan moet GIJ een schoof* van de eerstelingen+ van UW oogst naar de priester brengen.
18 en hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente.+ Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden,+ opdat hij in alle dingen de eerste+ zou worden;