19 Als GIJ een deel van de wereld zoudt zijn, zou de wereld ten zeerste gesteld zijn op wat haar toebehoort.+ Omdat GIJ nu geen deel van de wereld zijt,+ maar ik U uit de wereld heb uitgekozen, daarom haat de wereld U.+
2 En wordt niet langer naar dit samenstel van dingen* gevormd,+ maar wordt veranderd door UW geest te hervormen,+ opdat GIJ U ervan kunt vergewissen+ wat de goede en welgevallige en volmaakte wil+ van God is.