7 Maar als hij zich geen schaap kan veroorloven, dan moet hij Jehovah twee tortelduiven of twee jonge duiven+ als schuldoffer voor de zonde brengen, één als zondeoffer en één als brandoffer.+
8 Maar als ze zich geen schaap kan veroorloven, moet ze twee tortelduiven of twee jonge duiven+ nemen, één als brandoffer en één als zondeoffer. De priester moet verzoening voor haar doen, en ze zal rein zijn.”’