21 Je mag niet toelaten dat een van je nakomelingen aan Mo̱lech wordt geofferd.*+ Je mag de naam van je God niet op die manier ontheiligen.+ Ik ben Jehovah.
10 Het mag bij jullie niet voorkomen dat iemand zijn zoon of dochter als offer verbrandt,*+ dat iemand aan waarzeggerij,+ toverij+ of magie doet,+ naar voortekens zoekt,+