20 Vervolgens zei Jehovah tegen Aäron: ‘Je zult geen erfdeel hebben in hun land, en je zult geen stuk grond krijgen in hun midden.+ Ik ben je bezit* en je erfdeel onder de Israëlieten.+
2 ‘Geef de Israëlieten opdracht dat ze van hun erfelijk bezit steden aan de Levieten geven om in te wonen,+ en ze moeten de Levieten de weidegrond rond die steden geven.+
18De Levitische priesters, en zelfs de hele stam Levi, zullen geen erfdeel of bezit* krijgen zoals de rest van Israël. Ze zullen eten van de vuuroffers voor Jehovah, die zijn erfdeel zijn.+