16 Want zowel aan de wijze als aan de dwaas is er geen blijvende herinnering.+ In de dagen die komen wordt iedereen vergeten. En hoe sterft de wijze? Samen met de dwaas.+
12 Dus door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood,+ en zo heeft de dood zich tot alle mensen uitgebreid omdat ze allemaal hebben gezondigd.+