21Jehovah dacht aan Sara, zoals hij had gezegd, en Jehovah deed voor Sara wat hij had beloofd.+2 Sara werd zwanger+ en schonk Abraham op zijn oude dag een zoon, op de vastgestelde tijd die God hem had genoemd.+
19 ’s Morgens vroeg stonden ze op en bogen zich voor Jehovah neer. Daarna gingen ze terug naar huis, naar Ra̱ma.+ Later had Elka̱na gemeenschap met zijn vrouw Hanna, en Jehovah dacht aan haar.+