-
1 Koningen 1:51, 52Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
51 Er werd aan Salomo gemeld: ‘Ado̱nia is bang geworden voor koning Salomo en hij heeft de hoorns van het altaar vastgepakt en gezegd: “Laat koning Salomo mij eerst zweren dat hij zijn dienaar niet met het zwaard zal doden.”’ 52 Toen zei Salomo: ‘Als hij zich goed gedraagt, zal niemand hem iets aandoen.* Maar als hij iets slechts doet,*+ moet hij sterven.’
-