24Tijdens de regering van Jo̱jakim rukte koning Nebukadne̱zar+ van Babylon tegen hem op. Jo̱jakim werd drie jaar lang zijn dienaar. Maar hij keerde zich tegen hem en kwam in opstand.
25In het negende jaar van Zedeki̱a’s regering, op de tiende dag van de tiende maand, rukte koning Nebukadne̱zar+ van Babylon met zijn hele leger tegen Jeruzalem op.+ Hij sloeg er zijn kamp op en bouwde een belegeringswal rondom de stad.+
25Het woord kwam tot Jeremia over het hele volk van Juda, in het vierde jaar van koning Jo̱jakim+ van Juda, de zoon van Josi̱a, dat wil zeggen het eerste jaar van koning Nebukadne̱zar* van Babylon.